Pesten, even serieus!

Opvoeding en onderwijs

Enige tijd geleden werd ik uitgenodigd door Debat op 2 om deel te nemen aan een discussie over pesten (Als je denkt, wat weet zij ervan verwijs ik je even naar het artikel: Ik ben niet tegen pesten). Naast het feit dat zoiets spannend, interessant en gewoon heel leuk is een mee te maken leverde het me ook een aantal inzichten op. Of ik zou moeten zeggen: ik realiseerde me dat we hele hele rare dingen doen soms, in Nederland.

Nou wil je natuurlijk weten wat dan, dat komt zo. Eerst nog even dit. Voor de mensen onder ons die nooit op tv zijn verschenen, waaronder ik me tot voor kort mocht rekenen: ja, dat is eng. Je bent heel zichtbaar, ineens, zowel op wie je bent, als op waar je voor staat. En achteraf, achteraf doe je in je hoofd waanzinnig scherpe, goed gevonden kernachtige one-liners waarvan je denkt ‘had ik maar daar dat en toen dit’. Al met al levert zo’n ervaring dus ook vooral naderhand iets op. Zelfreflectie. Ik kan het iedereen aanraden. Het maakt maar weer eens heel duidelijk wie, wat, hoe en waarom. En daar dan woorden voor.

Terug naar de inzichten. Tijdens het debat gaven een gepeste jongen (Jeffrey Arenz) en een meneer van de PVV (Harm Beertema) luid en duidelijk aan wat zij vonden wat er met ‘pesters’ moest gebeuren. Dat raakte mij direct. Pesters. Geen mensen of kinderen. Nee, pesters. Eigenlijk bleek redelijk duidelijk dat wanneer we het hebben over ontmoeten en verbinden en elkaar toelaten in het hart ‘de pesters’ geen rechten hebben. Die hebben het ver-pest. Mislukt. Epic fail, zouden mijn zonen zeggen. Die moeten resoluut worden geweerd. Had je maar niet zo slecht moeten zijn. Op een gegeven moment riep de meneer van de PVV dan ook: ’Ze moeten wég! Pesters moeten wég!’. Waarop ik enigszins geamuseerd dacht: Huh?…

Maar het was geen grap en niemand moest lachen.

Jammer wel dat de vraag ‘ja maar WAARHEEN dan’ onuitgesproken bleef liggen. In mijn hoofd werd er één van onze eilanden, Vlieland lijkt me dan het minst bewerkelijk, al ontmenst, een soort muur eromheen en dan alle pesters daarop. Kunnen ze lekker elkaar pesten. Dan hebben wíj er geen last meer van. O wacht, ik heb ook wel eens gepest. Ik zou zelf op dat eiland zitten.. Onee wacht. Ik bén ook gepest. Argh!! Dan zit ik daar op dat eiland samen met mijn pesters?! Je ziet, er gaat van alles door je hoofd, tijdens zo’n debat. Geen wonder dat de tijd zo snel voorbij gaat.

Mijn allereerste gedachte na die roep om weg was trouwens ‘Túúrlijk joh. Doen we die toch gewoon óók weg.. Doen we alles weg waarmee we niet kunnen dealen’. En daar zit het hem natuurlijk in. Onmacht, onvermogen, frustratie. Boosheid ook. Allemaal heel begrijpelijk, en daar moet je als mens ook vooral ruimte aan geven. Maar tegelijkertijd, beste mensen van Nederland:

We gaan daar toch zeker geen beleid op bepalen he??!

Wanneer je boos, bang en gefrustreerd bent bevind je je aan het begin van een proces. En ben je (nog) niet in staat oplossingen en successen te zien. Dat geeft niks. Maar dat is wel iets om te herkennen en erkennen. Vervolgens kun je twee dingen doen:

Leren of weren.

Je kunt vanuit die emoties de deur dicht gooien en alles weg willen hebben. Ik zie dan zo’n kind met z’n vingers in zijn oren die heel hard roept: LAAT ME MET RUUUUUUUUUST!!!’. Dat kind moet dan vriendelijk en veilig en liefdevolle aandacht krijgen, dat is van levensbelang. Om de weg af te kunnen leggen naar een heel andere positie:

_

Je kunt ook kijken naar anderen die al hebben geleerd met dit soort dingen te dealen, aan hen vragen hoe ze dat dan hebben gedaan. Ik zie dan zo’n open, nieuwsgierig, onderzoekend kind met glanzende ogen, zich vastbijtend in ‘hoe dan wél? Dat kind heeft, hooguit, aanmoediging en inspiratie nodig.

En trouwens, je kunt ook alles ertussen in. Weten wie je bent en waar je staat op deze denkbeeldige lijn helpt enorm.

En dat is nou precies wat ik dan mis: zelf-inzicht.

En ook waarvan ik later denk: wat raar. Ik zie het al gebeuren in het bedrijfsleven. Je bent filiaalhouder van een groot concern en na een lange poos en een hoop gedoe waarin zowel ups als downs zaten, waarin je veel leert en ook veel dingen ontdekt waarin je juist goed dan wel niet heel sterk bent ga je onderuit: het lukt je niet de boel écht onder controle te krijgen en je gaat failliet. ‘Het’ mislukt. Kan gebeuren. No biggie. Hoort bij het leven, leer je ook weer van, je gaat verder. En dan, dan wordt je gebeld door het hoofdkantoor van het concern en er wordt tegen je gezegd: ‘Wij willen jou graag belangrijke spokesperson maken, want ja, ervaring he. Daar draait het om, tegenwoordig. Jij weet waar je het over hebt. Dus jij mag gaan praten voor ons over hoe je dat dan deed en wat er moet gebeuren.’ Sorry?

Ik vind het rot voor de meneer van de PVV dat hij als leerkracht pestgedrag nooit heeft weten te handelen op een manier waar hij blij van wordt. Hoe weet ik dat? Simpel. Hij is nu nog steeds heel erg boos op pesters. En ik vind het naar voor de jongen dat hij gepest is. Ik gun hem daarin vooral een mooi proces waarin hij kan gaan ontdekken wie hij is en wat hij wél wil in het leven. Ik gun hem vooral die gewortelde boom te zijn en niet (meer) een blaadje, heen en weer geslingerd, afhankelijk van hoe de storm woedt. Want stormen doet het, vaak, in het leven. Blaadje zijn is eng, vermoeiend ook. En helemaal niet leuk.

Maar ook al is het logisch en normaal dat dit soort emoties rondom pesten ontstaan, het kan niet anders dan dat we voor bepaling van beleid gaan shoppen bij de mensen die succesvol zijn in het omgaan met dit soort situaties. Die vanuit die open en onderzoekende en nieuwsgierige houding hebben geleerd wat wél werkt. Die óók op hun snufferd zijn gegaan en boos en bang en verdrietig en gefrustreerd zijn geweest maar inmiddels die weg naar leren hebben afgelegd en daarin successen hebben gehad en mooie dingen hebben beleefd.

Scholen. Besturen. Politiek.

_

Zullen we afspreken dat we slim zijn, met elkaar? En dat we kijken naar wat wél werkt? Bij mensen die dat al lang doen? En dan hoeft ook meteen niemand meer weg.