Leerhonger: passie in het onderwijs
Ik kan me nog herinneren dat ik op school zat en dacht: ‘Wat doe ik hier..’. En dan niet met een vraagteken, want ik wilde het niet eens meer weten ook. De gedachte was meer een erkenning en bevestiging van het mij verlammende gevoel van doodse energie-zuigende leegte die ik op een gemiddelde schooldag kon ervaren. Ik werd heel goed in afleiding zoeken in die leegte. Er zijn vast nog leerkrachten die zich daar de onprettige gevolgen van kunnen herinneren.
Inmiddels ben ik groot en heb ik, vanuit eigen leerhonger maar ook beroepsmatig vele gepassioneerde leerkrachten en docenten ontmoet. Ben ook zelf geïnspireerd en geraakt. Tot op het bot, soms. En ik heb me onderweg vaak afgevraagd: waar zit het ‘m nou in? Wat zorgt er nou voor dat je jezelf door sommige leerkrachten vol overgave in leerprocessen stort en je niet te houden bent in je zoektocht naar verbanden en feiten en manieren en mogelijkheden en kennis? Terwijl je jezelf bij de ander diep en enigszins weeïg voelt wegkolken in lusteloosheid waarin de les een uitgebleekte geur- kleur- en smaakloze eeuwigdurende hel wordt?
Tja.
Passie, is mijn conclusie. Passie steekt on-ge-lofelijk aan. Er is niets leuker dan luisteren naar een gepassioneerd mens die vol overgave staat te vertellen over de dingen des levens die hem zo gepassioneerd maken, die hem zo doen stralen en, eigenlijk, léven. Heerlijk. Je krijgt er zomaar zin in. In wat maakt niet eens uit: ik heb ook gemerkt dat het stukken minder van belang is waar het over gaat. Nee. Je wil gewoon meer weten omdat het zo.. juicy is. Zo sprankelend. Zo spannend ergens ook. Je kunt werkelijk waanzinnig interessante en opzwepende gesprekken voeren over heel erg saaie onderwerpen. Daar door geïnspireerd raken. Verbanden leggen. Omdat het onderwerp niet het gesprek maakt. En kennis geen onderwijs.
Hoe willen wij, als maatschappij, dan dus omgaan met onze leerkrachten? Ja, ‘onze’ ja. Ze zijn van ons. Ze geven onze kinderen les. Ze bouwen mee aan onze toekomst.
Ik zie op dit moment veel uitgeputte leerkrachten. Die geen diep doorvoeld contact meer hebben met hun oorspronkelijke drijfveer om voor de klas te staan. Waarbij werken vanuit passie is veranderd in werken om bordjes de lucht in te houden. Ik zie de worsteling te willen voldoen aan de regeltjes en de wetten die kwaliteitsverhoging binnen onderwijs beogen. Afgelopen week zei een leerkracht: ‘Weet je, ik weet het niet meer. Ik wil de kinderen zien en ontmoeten en boeien maar ik moet hogere opbrengsten scoren. Ik verdrink in de papieren rompslomp. Er is geen ruimte meer om te spelen.’ En met spelen bedoelde ze niet de schommel op het schoolplein. Ze bedoelde die opwindende ontdekkingstocht die je samen met een kind kunt maken waardoor de wereld zich ontvouwt.
Uitgeputte en uitgeholde mensen geven niet goed les. Ze doen wat ze moeten doen. Ze voldoen.
Willen wij mensen voor de klassen van onze kinderen die werken vanuit hun hart en ziel en daarmee onze kinderen infecteren met leerhonger, met creativiteit, met passie, met plezier? Een veerkrachtige en zelfverzekerde leerkracht die met lef vanuit de eigen onaflatende bron kan tappen en niet elke keer een glaasje water hoeft te halen bij een ander, steeds meer slepend, struikelend en onzeker? Zou het goed zijn wanneer scholen en overheid concreet beleid maken in school- en ontwikkelplannen op het behouden, koesteren, voeden en verankeren van die prachtige passie die onderwijsmensen hebben voor hun vak? Bewust daarop sturen? Bewust sturen ook op de veerkracht, de zelfverzekerdheid, de lef? Het gewoon als agendapunt opnemen die eigen bron te laten stromen?
Ik zeg: ja.