Innerlijke keuze

Mind+Eye opener

Heb je wel eens ervaren dat je de dingen op verschillende manieren kunt doen? Ik hoor je al lachen. Ja natuurlijk. Maar sta er eens bij stil: ik bedoel écht anders.

Zo kon ik met enorme tegenzin de vuilniszak uit de bak halen, intern vloekend en zuchtend over hoe die stomme zak aan die stomme haken bleef hangen en over hoe ik, als ik dan een beetje pech had, dat stomme vuilnis met mijn handen (!!!) weer in een inmiddels kapotte zak moest zien te stoppen. Nadruk op het woordje ‘moest’.

Gek genoeg, ik werd er steeds chagrijniger van.

Kon ik mezelf in het begin nog wel wijsmaken dat het zó klaar was, en fijn als het was gebeurd, na een tijdje werd ik al gemeen van binnen als ik naar die bak kéék. Natuurlijk wist ik wel dat het onzin was. Dat ik er alleen mijzelf mee had. Ik dacht eens na over het aantal keren in mijn leven ik die bak nog moest legen: een stuk of twee en een half duizend, rekende ik snel uit. Ik bedacht, het zullen er een paar meer of minder zijn, maar in elk geval: vaak.

Ging ik dat nu echt zo doen dan? Twee en een half duizend keren boos? Er is natuurlijk geen mens ter wereld die daar volmondig ‘ja’ op zegt en ik voelde me uitgedaagd hier iets te veranderen. Maar hoe? Want luidkeels zingen tijdens de daad, mezelf vertellen dat het juist léuk was en het ‘helemaal in het moment’ doen werkten niet, had ik al gemerkt.

Ik dacht terug aan wat ik jaren eerder had gehoord: als je iets doet vanuit innerlijke keuze geeft het energie, terwijl iets wat van buiten moet energie kost. Ok, eens even kijken. Leegde ik die bak als keuze? Nee. Ik had inderdaad het gevoel dat het moest. Want anders ging het stinken, kon er niets meer bij en werd het van kwaad tot erger.

Toen dacht ik na over die gevolgen. Wie zat daarmee dan? Het begon me te dagen: ik deed het toch voor mezelf. Ik had mij alleen wijsgemaakt dat het voor een ander was. Ik had, als het ware, een boze mopperende vrouw gecreëerd die tegen me zei dat ik die bak moest legen en dat het een naar rotkarweitje was. Ik was zielig. En ik was erin getrapt!

Ik dacht nog eens verder na en bedacht me: ik ben heel blij met mijn bak. Hij is hoog en slank en past daardoor precies in mijn kleine keuken. En je ziet er geen vuil op, ook handig. En ik heb een hekel aan vieze luchtjes en aan dat ik niets in mijn vuilnisbak kan gooien omdat hij vol is, dus maak ik hem eigenlijk met liefde en plezier leeg. Op tijd. Vóór de ergernis begint. Ik bedacht me verder nog dat ik mezelf gruwelijk gelukkig prijsde dat er überhaupt vuilnisbakken zijn. En vuilniszakken. Dat we van die handige ondergrondse containers hebben waar ik ze altijd in kan gooien. Dat deze worden leeggemaakt. Ik stelde me zo eens voor dat dit allemaal niet zo zou zijn en sloeg een beetje door: middeleeuwse taferelen die van vliegen en stank aan elkaar hangen.

Gek genoeg, ik werd er steeds blijer van.

Inmiddels maak ik zonder energie te verliezen de bak leeg. Extra happy, want ik doe iets voor mezelf uit vrije wil en keuze, maar daarnaast herinnert het me aan iets wezenlijks: ik hoef nooit te geloven wat ik mezelf vertel en ik kan altijd mijn verhaal veranderen. Die bak en ik, we hebben een band.