Dag 33

Ik heb het gevoel dat ik tot de kern kom in mijn proces om meer van mezelf te houden. Het accepteren en vrijlaten van mijn boosheid heeft veel effect: blijkbaar is mijn boosheid niet het enige wat vrij wil. Ik voel me bang en rot, maar ik snap ook dat het niet geeft. Dat ken ik inmiddels wel. Ik ga na Aarden&Balans naar binnen en onderzoek wat er allemaal speelt.

Ik bevind me in een soort kelder en het is er druk. Druk met griezelige, monsterachtige wezens. En denk niet aan muppet-achtige knuffelmonsters, nee, dit is serieus verlammend. Ik sta daar, in die kelder als uit een horrorfilm, en probeer er vooral níet te zijn. Ik wil het niet. Ik kan niet kijken naar die griezels. Ik ben doods- en doodsbang. Maar dan komt een moment waarop wegduwen gewoon echt te veel moeite kost en ik denk: Fuck dit. Dan maar eng. Ik laat het toe. Ik open mijn armen en zeg: kom maar. Ook jullie mogen er zijn. Wat het ook is wat ik moet aangaan, ik doe het. Ik onderdruk niets meer van mezelf. Misschien kost het veel werk en pijn en moeite maar ook jullie mogen er helemaal zijn.

Dit is ongetwijfeld het dapperste wat ik in mijn hele leven heb gedaan, schiet het door mijn hoofd.

Terwijl deze wezens in mijn armen drommen veranderen ze van vorm. Ze zijn helemaal niet eng. Ze worden kleiner, zachter. Krijgen een andere vorm. Andere kleuren. Een van hen kijkt naar me op en ik kijk in mijn eigen jonge gezichtje. Ah. Ik snap het. De illusie spat met een ‘pang’ uit elkaar. Ik moet er bijna om lachen maar ben te overweldigd door wat ik zie.

Ik heb al vroeg besloten dat sommige delen van mij heel erg slecht waren. Dat sommige stukken er niet mochten zijn. Ik was zo bang voor deze stukjes van mezelf dat ik ze diep naar beneden heb geduwd, ze in een kelder heb opgesloten om nooit meer het licht te zien. En omdat ik dacht dat het slechte delen waren heb ik ze heel erg eng gemaakt. Ik was een kind met veel fantasie dus dat deed ik goed. Ik heb ze een gestalte gegeven die paste bij mijn angst en overtuiging van dat moment. Demonische gestalten. Nu snap ik wat bedoelt wordt wanneer men zegt ‘Facing your demons’.

Ik omhels mezelf, helemaal, alles en totaal. Ik ben niet meer bang.

Het voelt alsof ik examen heb gedaan.