Dag 32

Er steekt een oude bekende de kop op: boosheid. Niet zo gek natuurlijk. Achteraf gezien was het niet zo fijn, zo beknot te zijn in mijn eigen patronen. Dus dat een deel van mij daar heel boos om is, kan ik wel begrijpen. Ik wist alleen niet, dat het zo véél was.

Gelukkig kan ik teruggrijpen op het werk met mijn innerlijke kind en dat doe ik dus ook. Ze gaat flink tekeer, dat boze kind.

Dit is wat ze zegt:

‘Boosheid is van levensbelang. Doorheen boosheid kun je voelen waar je grenzen liggen. Jij bent bang voor mij, bang om anderen met mij te kwetsen, maar je zou MIJ moeten beschermen en niet anderen ten koste van mij! Ik ben jou! Bij trouw zijn aan jezelf hoort ook trouw zijn aan je boosheid!’

Zolang je onderdrukt kun je niet loslaten. Om los te kunnen laten moet je eerst vrij laten. Toe laten.

Ik her-claim vandaag mijn boosheid als deel van mij. Een deel wat me helpt mijn grenzen aan te geven en wat me waarschuwt voor grensoverschrijdend  en kwetsend gedrag. Zodat ik mezelf kan beschermen en goed voor mezelf kan zorgen.

En ik zie nog iets anders. Ik zie ook dat mijn boosheid onvolwassen is. Het heeft nooit kunnen opgroeien en meegroeien naar een evenwichtige stevige volwassen boosheid omdat ik ergens in het verleden besloot het te onderdrukken. Dus ik kan er alleen als een kind uiting aan geven. En kinderen die boos zijn kunnen behoorlijk te keer gaan. Bovendien neemt niemand je dan serieus, nog meer reden tot machteloze woede!

Mijn tweede besluit van deze dag is dus: ook mijn boosheid krijgt een stem. Een volwassen stem. Ik neem me voor me te verdiepen in hoe je boosheid kunt verwoorden en uiten. Ik zie het als een projectje: dit wil ik echt leren!