Dag 20

Wiehieuw! Op de helft. En ik voel me al veel en veel beter dan voor ik begon. Tijdens de oefeningen die ik doorloop voel ik me zo verbonden met wat ik aan het doen ben, ik kan er wel om huilen.

Vandaag is zelfveroordeling aan de beurt. Dat zit zo: soms moet ik een belangrijke en levensbepalende beslissing nemen en weet ik intuïtief precies wat ik moet doen, maar dan durf ik niet. Dan wordt ik bang en daardoor heel boos, en ik doe net alsof dat op iemand anders is.

Maar stiekem weet ik beter: ik veroordeel mezelf omdat ik niet de keuze maak waarvan ik weet dat ik hem uiteindelijk tóch zal maken.

En het is een bijzonder fenomeen, want ik weet dan ook al, dat het me een hoop ellende zou besparen als ik meteen mijn intuïtie zou volgen. Ik zie de gevolgen en ik zie wat het zou betekenen. En toch.

En toch is het ok. Ik hoef ook daaraan niets te veranderen. So what dat ik niet durf? So what dat ik mijn intuïtie niet volg?

Ik stel hardop voor me uit:

‘Ik laat nu los dat ik alles direct goed moet doen. Ik ben helemaal ok, ook als ik nog niet durf. Dat komt vanzelf! Ik geef mezelf de ruimte hierin te groeien en er steeds beter en beter in te worden.’

Er schiet door me heen, aha. Dat krijg je met die perfectionisten. Die denken dat ze alles in één keer goed moeten doen, moeten kunnen, moeten leven. Die geven zich geen ruimte te groeien en ontdekken en vallen en opstaan. Ik vraag me af: hoe verhoudt zich dat tot elkaar, van jezelf houden en perfectionisme? Leven en leren zijn synoniem, en toch vind ik blijkbaar dat ik alles meteen moet kunnen.

Nee, zelfliefde is dat niet. Jezelf onder druk zetten is dat wel.

Dus pardoes neem ik het besluit: vandaag doe ik alleen wat ik leuk vind, en oefen ik imperfectie.